Op 27 april verwelkomen we onze leden op de Algemene Vergadering en gaan we met hen in interactie over een actueel thema: "growth versus degrowth". Het debat is niet nieuw, maar laait weer op in de huidige context van klimaatverandering en duurzaamheidsuitdagingen.   

Het WEF (World Economic Forum) heeft het al op zijn agenda gezet: moeten we pleiten voor krimpende in plaats van groeiende economieën? Kunnen we minder van 's werelds energie en hulpbronnen gebruiken en welzijn boven winst stellen? Voor- en tegenstanders worden gehoord. Ook de Europese autoriteiten zijn geïnteresseerd in het tijdperk "na de groei" en organiseren in mei een conferentie onder de titel "Voorbij de groei". Zij zullen zich buigen over vragen als: welk verhaal is nodig om richting te geven aan een Europese Unie die streeft naar welvaart in plaats van groei? Welke bestuursstructuren zijn nodig om de huidige onderling verbonden ecologische, sociale en economische uitdagingen aan te pakken en ervoor te zorgen dat alle beleidsterreinen bijdragen tot de gemeenschappelijke doelstellingen van de EU?  

De keuze van het thema van dit jaar is zeker een schot in de roos. Voorafgaand aan onze paneldiscussie geven we een voorproefje van de huidige situatie van de degrowth-beweging in de academische literatuur. [1]. 

 

De geschiedenis: MIT en Lyon als geboorteplaatsen  

1972: doet dat een belletje rinkelen?   

Het was het begin van een wereldwijd debat over de gevolgen van een aanhoudende wereldwijde groei na de publicatie van het boek "Limits of growth". Dit laatste doet verslag van de bevindingen van een studie over de exponentiële economische en bevolkingsgroei met eindige hulpbronnen door een internationaal team van onderzoekers van het Massachusetts Institute of Technology [2]. In dezelfde periode werd de term "décroissance" (later in het Engels vertaald als degrowth) bedacht door de Oostenrijks-Franse sociaal filosoof André Gorz, maar het duurde nog 30 jaar voordat de "degrowth-beweging" in Lyon van de grond kwam.  

Sinds het begin van de jaren 2000 heeft het onderwerp steeds meer aandacht gekregen van wetenschappers, activisten, politici en praktijkmensen. Er zijn meer dan 100 academische papers gepubliceerd, boeken geschreven, conferenties gehouden, de internationale pers bericht gretig over recente ontwikkelingen en via tweets worden provocerende uitspraken gedaan. Belangrijk om van meet af aan recht te zetten: het 'degrowth'-debat richt zich niet alleen op de ecologische grenzen van de groei, maar pakt ook de sociale grenzen van de groei aan.  

Degrowth: what's in a name?  

Uit literatuuronderzoek blijkt dat 'degrowth' niet op een consistente manier gedefinieerd wordt, waardoor het erg complex is om te begrijpen wat degrowth momenteel inhoudt. Invloedrijke auteurs [3] definiëren degrowth bijvoorbeeld als "een billijke downscaling van productie en consumptie die het menselijk welzijn vergroot en de ecologische omstandigheden op lokaal en mondiaal niveau verbetert, op korte en lange termijn". Anderen [4] als "de democratische overgang naar een samenleving die - om wereldwijde ecologische rechtvaardigheid mogelijk te maken - gebaseerd is op een veel kleinere doorvoer van energie en hulpbronnen, die de democratie verdiept en iedereen een goed leven en sociale rechtvaardigheid garandeert, en die niet afhankelijk is van voortdurende expansie".  

Toch lijkt men het erover eens te zijn dat degrowth geen synoniem is voor negatieve groei (economische recessie) en ook geen doel op zich is. Degrowth gaat ook verder dan het groei erspectief, wat inhoudt dat het BBP als indicator van sociaal welzijn wordt genegeerd. In het algemeen is degrowth een zoektocht om op vrijwillige basis een betere samenleving op te bouwen en een nieuw "post-ontwikkelings"-patroon te creëren dat sociaal rechtvaardig is en binnen de ecologische grenzen blijft.

Voorstellen tot actie  

In de academische literatuur worden verschillende voorstellen voor actie gedaan. De geïdentificeerde voorstellen stemmen overeen met drie brede doelstellingen:   

(1) vermindering van de milieu-effecten van menselijke activiteiten;   

(2) herverdeling van inkomen en rijkdom zowel binnen als tussen landen; en   

(3) de overgang van een materialistische naar een conviviale en participerende samenleving bevorderen.  

Het meest benadrukte onderwerp om doel 1 te bereiken is het gebruik van hulpbronnen, voor doel 2 is dat toegang tot goederen en diensten en voor doel 3 is dat vrijwillige soberheid en ‘downshifting’.   

 

Recenter werk laat 6 paden zien om dit te bereiken [5] 

Traject nr. 1: democratisering, solidaire economie en gemeenschap: de hoge concentratie van economische macht in een klein aantal bedrijven indammen en ontmantelen" en "alle mensen in staat stellen deel te nemen aan economische activiteiten".   

Traject nr. 2: sociale zekerheid, herverdeling en beperking van inkomen en vermogen  

Traject nr. 3: Gezamenlijke en democratische technologie: "Welke technologie moet de samenleving gebruiken? En waarvoor, door wie, hoe en hoeveel? En wie beslist?"   

Traject nr. 4: Herwaardering en herverdeling van arbeid: vermindering van "bullshit jobs" (die nutteloos zijn) en "batshit jobs" (die schadelijk zijn) en tijd vrijmaken voor meer zinvolle activiteiten.  

Traject nr. 5: democratisering van de sociale stofwisseling: overleg over wat moet groeien en wat moet verdwijnen.  

Traject nr. 6: Internationale solidariteit: ontgroeien in de rijkste landen om duurzame welvaart in de armste landen mogelijk te maken.  

  

Slotopmerkingen  

In het algemeen blijkt uit de analyse dat de degrowth-literatuur meer gericht is op sociale gelijkheid dan op ecologische duurzaamheid. Misschien niet verwonderlijk gezien de connectie van degrowth met sociale basisbewegingen die proberen het bewustzijn te vergroten over alternatieve levensstijlen die duurzamer kunnen zijn.   

Daarnaast is een opvallende observatie dat veel van de academische voorstellen een hoog(er) niveau van staatsinterventie suggereren (bijv. caps, belastingen en regelgeving) om een degrowth transitie na te streven. Dit is in tegenspraak met de behoefte aan vrijwillige en democratische downshift, die door veel voorstanders van degrowth naar voren wordt geschoven en waarbij de civiele samenleving als een actieve agent van verandering wordt gezien. Bijgevolg benadrukt dit het belang van een discussie over de relatie tussen democratie en degrowth.  

Tot slot, ondanks de aanzienlijke hoeveelheid literatuur, worden sommige kwesties slechts gedeeltelijk behandeld, of zijn ze eerder vaag, terwijl andere kwesties worden verwaarloosd, zoals bevolkingsgroei, geopolitiek en imperialisme, en informatietechnologie ...  

 

En nu?  

De inzichten uit de literatuur kunnen zeer krachtig zijn, maar hoe vertalen ze zich in de praktijk? Hoe moeten raden van bestuur dit onderwerp benaderen? We kijken uit naar de verschillende perspectieven van onze sprekers op dit thema tijdens hun korte expert talks. Daarna vindt een interactieve discussie plaats op basis van uw input en vragen. 

Nog niet geregistreerd? Klik hier

  • Bruno Colmant

    C’est un cri d’alarme que pousse Bruno Colmant dans son dernier livre “Une brûlante inquiétude”. 

    Selon lui le néolibéralisme et ses promesses de prospérité partagée auxquelles il a cru, nous ont  anesthésié. Des pans entiers de la population se détournent des institutions démocratiques un peu partout dans le monde. Les riches contre les pauvres. Que signifient ces colères populaires? 

  • Valerie Trouet

    Tree-ring researcher Valerie Trouet: “Climate science isn't always about breaking the bad news” 

  • Geert Noels

    "'Degrowth' is complete nonsens, we hebben 'Regrowth' nodig. De groei van de toekomst zal gedreven worden door clean tech en oplossingen voor de problemen van vandaag."