Twintig jaar OESO-richtlijnen voor overheidsbedrijven: een kader voor modern aandeelhouderschap
GUBERNA viert dit jaar zijn 30-jarig bestaan. Al drie decennia ondersteunen we organisaties en hun bestuursorganen in het vormgeven van sterk, toekomstgericht en duurzaam bestuur. Met één missie voor ogen, “Better Boards, Better Organisations, Better World”, hebben wij stap voor stap mee richting geven aan de evolutie (verbetering) van governance in België en Europa.
Als actief lid van ecoDa, de Europese koepel van instituten voor bestuurders, dragen wij ook bij aan de ontwikkeling van governancepraktijken in Europese context.
Doorheen de jaren hebben we accenten verlegd, nieuwe normen en richtlijnen ontwikkeld en mee gebouwd aan dé fundamenten voor goed bestuur. Dit altijd met de ambitie om goverance relevant en werkbaar te maken, in elke sector en op elk niveau.
Deze 30 jaar zijn een moment om terug te blikken, maar zeker geen eindpunt. Met dezelfde gedrevenheid blijven wij ijveren voor good governance, samen met bestuurders, organisaties en ons netwerk.
In dit artikel blikken we terug op Twintig jaar OESO-richtlijnen voor overheidsbedrijven.
De OESO-Richtlijnen van 2005 bieden een eerste omvattend kader inzake governance om ervoor te zorgen dat overheidsbedrijven efficiënt, transparant en op gelijke voet met private actoren opereren. De aanpak wordt verder verdiept in 2010, met de gids “Verantwoording en Transparantie”, waarin het belang van prestatiemonitoring, integere auditpraktijken en geaggregeerde rapportering centraal staat. Transparant bestuur wordt erkend als voorwaarde voor vertrouwen en legitimiteit. In 2013 richt de OESO zich expliciet op de werking van raden van bestuur van overheidsbedrijven. Het rapport biedt concrete inzichten in samenstelling, benoemingsprocedures en vergoedingsbeleid—sleutelelementen voor strategische onafhankelijkheid en doeltreffendheid.
In 2015 volgt een eerste herziening van de Richtlijnen. GUBERNA neemt actief deel aan de twee consultatieve bijeenkomsten die de OESO in Parijs organiseert. De richtlijnen worden verder geactualiseerd in 2024, met een scherpere focus op vier strategische prioriteiten: professionalisering van het staatsaandeelhouderschap, het waarborgen van concurrentieneutraliteit, versterking van transparantie en verantwoording, en het verankeren van duurzaamheid in het governancekader van overheidsbedrijven. De herziene versie bevat meer gedetailleerde richtsnoeren voor de werking van raden van bestuur en voor informatieverstrekking. Ze biedt lidstaten ook concrete instrumenten om eigendomsdoelstellingen te formuleren, stakeholders doeltreffend te betrekken en politieke inmenging tegen te gaan.
De nadruk op afstemming met andere OESO-instrumenten weerspiegelt de complexiteit van de rol van overheidsbedrijven in een veranderende samenleving.
De OESO-Richtlijnen in 2005: de basis voor corporate governance in overheidsbedrijven
De Richtlijnen van 2005 vormen de basis voor betere praktijken inzake governance in sectoren met aanzienlijk publiek eigenaarschap. Ze bouwen voort op de bredere OESO-Principes inzake Corporate Governance, maar leggen de nadruk op specifieke uitdagingen bij overheidsbedrijven: politieke inmenging, gebrek aan transparantie en gefragmenteerde eigendomsstructuren. De OESO onderstreept het belang van een robuust juridisch en regelgevend kader dat eerlijke concurrentie met private ondernemingen mogelijk maakt.
Daarnaast positioneert de OESO de staat als een actieve en geïnformeerde eigenaar. Overheden worden aangemoedigd om expliciete eigendomsstrategieën te formuleren, verantwoordelijkheden duidelijk af te bakenen en eigendomsfuncties waar gepast te centraliseren. Eigenaarsentiteiten dienen professionalisme te tonen, aandeelhoudersrechten correct uit te oefenen en zich te onthouden van inmenging in het dagelijkse beheer, terwijl ze strategische sturing blijven bieden.
De Richtlijnen bevelen aan dat raden van bestuur professioneel en onafhankelijk opereren en verantwoordelijk worden gehouden voor hun prestaties. Transparante benoemingsprocedures, een op competenties gebaseerde samenstelling, scheiding van de functies van voorzitter en CEO, gespecialiseerde comités en regelmatige evaluaties worden als best practices naar voren geschoven.
Overheidsbedrijven worden geacht essentiële informatie openbaar te maken, de participatie van aandeelhouders te faciliteren en open communicatielijnen met stakeholders te onderhouden. De relaties met werknemers, consumenten en het maatschappelijk middenveld worden erkend als essentieel voor legitimiteit en veerkracht op lange termijn. Deze Richtlijnen vormen een eerste internationale stap richting een gedeeld begrip van governancenormen voor overheidsbedrijven, ongeacht uiteenlopende bestuurspraktijken en institutionele culturen.
Verantwoording en transparantie
De gids “Verantwoording en Transparantie” uit 2010 biedt een gestructureerd kader voor overheden die hun governance van overheidsbedrijven willen versterken. Door accountability en transparantie centraal te stellen, benadrukt het document dat degelijk bestuur cruciaal is voor het versterken van publiek vertrouwen, het verbeteren van operationele efficiëntie en het realiseren van betere economische prestaties. De gids voorziet tevens in beleidsopties en een stapsgewijze benadering om typische risico’s en obstakels in overheidsbedrijven aan te pakken.
Raden van bestuur voor Overheidsbedrijven (2013)
Sinds 2005 werken de lidstaten aan de professionalisering van hun raden van bestuur. In 2013 publiceert de OESO het rapport “Boards of Directors of State-Owned Enterprises: An Overview of National Practices”. Het document biedt een vergelijkend overzicht van nationale praktijken uit meer dan dertig economieën en legt de nadruk op good practices. Het centrale uitgangspunt blijft dat raden van bestuur zich moeten focussen op strategisch toezicht en prestatie-evaluatie, eerder dan op administratief beheer. Het rapport zoomt in op vier elementen: benoemingsprocedures, een evenwichtige en diverse samenstelling, introductie- en permanente opleidingsprogramma’s, en een eerlijke en marktconforme verloning—met specifieke aandacht voor onafhankelijke bestuurders.
De herziening van 2015 integreert tien jaar praktijkervaring en speelt in op nieuwe uitdagingen zoals de internationalisering van overheidsbedrijven en het groeiende belang van duurzaamheid en stakeholder engagement. De aangepaste Richtlijnen blijven een ijkpunt voor overheden die hun governancepraktijken willen afstemmen op internationaal erkende standaarden, met inachtneming van nationale specificiteiten. Hun relevantie ligt in hun vermogen om vertrouwen te versterken, prestaties te ondersteunen en publieke legitimiteit te garanderen in een veranderende context.
2024, naar een herziening van de OESO-richtlijnen
In 2024 actualiseert de OESO haar Richtlijnen om het governancekader in overeenstemming te brengen met de toegenomen rol van overheidsbedrijven in de wereldeconomie. Deze ondernemingen beheren steeds vaker essentiële infrastructuur en leveren bijdragen aan duurzame ontwikkelingsdoelen. De geactualiseerde versie blijft gestoeld op vier strategische prioriteiten.
Ten eerste: de versterking van professionalisme in het staatsaandeelhouderschap. Overheden worden aangemoedigd om eigendomsfuncties te consolideren of beter te coördineren, en om eigenaarschap scherp te onderscheiden van beleidsvorming en regulering.
Ten tweede: het creëren van een gelijk speelveld tussen overheidsbedrijven en hun private tegenhangers. Overheden dienen publieke dienstverplichtingen en vergoedingsmechanismen transparant te definiëren en bekend te maken, om impliciete subsidies te vermijden. Er wordt extra nadruk gelegd op naleving van mededingingsrecht, billijke fiscaliteit en transparantie in financieringsstructuren.
Ten derde: verdere versterking van transparantie en verantwoording. Overheidsbedrijven verbeteren de kwaliteit en regelmaat van hun disclosures. Prestatiemonitoring wordt aanbevolen aan de hand van duidelijke doelstellingen en uitkomstindicatoren.
Ten vierde: duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen krijgen een volwaardig hoofdstuk. De OESO erkent dat alle marktspelers geconfronteerd worden met structurele uitdagingen op dit vlak, en roept op tot een geïntegreerde benadering binnen de governance van overheidsbedrijven.
De richtsnoeren over board governance worden verder verfijnd. Benoemingen verlopen bij voorkeur transparant en verdienstegebaseerd, en er komt meer aandacht voor onafhankelijkheid, diversiteit en ethische integriteit binnen raden van bestuur.
Samenhangend en dynamisch traject
De vier OESO-mijlpalen in het governancekader van overheidsbedrijven, beginnend met de Richtlijnen van 2005, vormen een samenhangend en dynamisch traject dat de unieke verantwoordelijkheden van publiek eigenaarschap adresseert. Twintig jaar later bevorderen deze instrumenten een betere afstemming tussen de doelstellingen van de staat als eigenaar en de prestatieverwachtingen ten aanzien van overheidsbedrijven.
Elke fase in dit traject draagt bij aan de volwassenwording van het governance-denken. De vroege focus op transparantie en verantwoording benadrukt het belang van vertrouwen als fundament voor legitiem staatsaandeelhouderschap. De nadruk op boardstructuren en benoemingsprocessen maakt duidelijk dat governance ook een menselijke dimensie heeft: competentie, objectiviteit en ethisch oordeelsvermogen zijn onmisbaar bij het beheer van publieke activa.
Zoals GUBERNA blijft onderstrepen in haar engagement rond overheidsgovernance, toont ook de OESO met haar werk dat de governance van overheidsbedrijven een evoluerend proces is. Het vraagt om voortdurende afstemming op economische context, stakeholderverwachtingen en maatschappelijke waarden. Via Richtlijnen, rapporten en aanbevelingen blijft de OESO inzetten op leren, bijsturen en verfijnen. De OESO-mijlpalen bieden dan ook meer dan een technisch kader: ze getuigen van een blijvende inzet om overheidsbedrijven strategisch, transparant en in het publieke belang te laten functioneren.