Tussen oktober 2022 en maart 2024 ondernam ‘The Working Party on State Ownership and Privatisation Practices een nieuwe herziening van de OESO-richtlijnen voor het bestuur van overheidsbedrijven om rekening te houden met de bijna tien jaar van ervaring en de zich ontwikkelende beste praktijken sinds de vorige herziening in 2015. De herziening versterkt de richtlijnen voor overheidsbedrijven, met een focus op duurzaamheid, economische veiligheid en integriteit. Het doel is om wereldwijd gelijke kansen te waarborgen en hoge normen voor 'business conduct' te handhaven. De update zorgt ook voor consistentie met de G20/OECD Principles of Corporate Governance en de OECD Guidelines on Anti-Corruption and Integrity in State-Owned Enterprises.

De OECD lanceerde een publieke consultatie met het oog op de herziening en actualisering van de richtlijnen. GUBERNA nam binnen het kader van de ‘EcoDa Working Group on the Governance of SOE’s’ deel aan deze publieke consultatie. 

De herziene richtlijnen werden formeel aangenomen door de OESO raad op ministerieel niveau op 3 mei 2024. We geven graag de belangrijkste inzichten mee. 

Vooreerst werd een nieuw hoofdstuk toegevoegd, ‘State-owned enterprises and sustainability’. Dit hoofdstuk is een aanpassing op hoofdstuk zes van de G20/OECD Principles en biedt aanbevelingen over de rol van de overheidsaandeelhouder bij het stellen van duurzaamheidsverwachtingen voor overheidsbedrijven, transparantie en openbaarmaking met betrekking tot duurzaamheid, de rol van raden van bestuur bij het stellen van duurzaamheidsdoelen en het toezien op implementatie. Overheidsbedrijven worden aangemoedigd om duurzaamheid te integreren in hun strategieën, activiteiten en rapportering. Dit omvat het beheren van milieurisico's en het bevorderen van diversiteit, gelijkheid en inclusie. Ook het hoofdstuk inzake stakeholder relaties uit de 2015 richtlijnen werden in dit nieuwe hoofdstuk geïncorporeerd.    

1

De nieuwe richtlijnen erkennen daarnaast de impact van digitale technologieën op de economie en de maatschappij, versneld door de covid-19 pandemie, en moedigen overheidsbedrijven aan om innovatieve technologieën en praktijken toe te passen. Dit omvat het omarmen van digitale transformatie om de efficiëntie en het concurrentievermogen te verbeteren. In hoofdstuk V wordt bijvoorbeeld verwezen naar het gebruik van virtuele en andere deelname op afstand aan aandeelhoudersvergaderingen. 

De richtlijnen benadrukken het belang van transparantie en verantwoording in de activiteiten van overheidsbedrijven. Overheidsbedrijven worden in hoofdstuk V aangemoedigd om via een geaggregeerd rapport informatie over hun financiële prestaties, aandeelhoudersstructuur en governance, en strategieën bekend te maken aan belanghebbenden. Ook wordt de nadruk gelegd op het belang van kwaliteitsvolle niet-financiële informatie. Dit helpt vertrouwen en draagvlak op te bouwen en ondersteunt een professionele besluitvorming. 

De herziene richtlijnen benadrukken in hoofdstuk VI de noodzaak van onafhankelijke en competente raden van bestuur. Overheidsbedrijven moeten streven naar een bestuur met diverse vaardigheden en ervaring, waaronder expertise op het gebied van financiën, bedrijfsvoering, risicobeheer en andere relevante gebieden. Dit vereist een professioneel selectie- en benoemingsproces van de leden van de raad van bestuur van overheidsbedrijven met duidelijke criteria voor verkiesbaarheid die rekening houden met politieke affiliatie en persoonlijke integriteit. In de context van de raden van bestuur van overheidsbedrijven werd bijkomende toelichting toegevoegd inzake de definitie van onafhankelijke bestuurders en remuneratie van bestuurders. Remuneratieniveaus die onder het marktniveau liggen kunnen de werving van gekwalificeerde (onafhankelijke) bestuurders en daarmee de kwaliteit van het bestuur belemmeren, maar remuneratieniveaus die als te hoog worden ervaren, kunnen publieke verontwaardiging veroorzaken. De remuneratie moet competitief maar gematigd zijn. 

In het verlengde van de OECD Guidelines on Anti-Corruption and Integrity in State-Owned Enterprises bevorderen de nieuwe richtlijnen ethisch gedrag en krachtige anticorruptiemaatregelen binnen overheidsbedrijven. Dit omvat het implementeren van gedragscodes, het trainen van werknemers in ethische kwesties en het opzetten van robuuste interne controles om corruptie te voorkomen. 

De nieuwe richtlijnen benadrukken ook het belang van duidelijke verantwoordelijkheden en toezicht binnen de governance structuur van overheidsbedrijven. Dit omvat het definiëren van de rollen en verantwoordelijkheden van het bestuur, het management en andere belanghebbenden. Belangrijk, In hoofdstuk II werden bijkomende verwijzingen opgenomen naar de noodzaak om een goed kader op te zetten voor communicatie tussen de aandeelhouder en het overheidsbedrijf. De rol van de aandeelhoudersentitieit binnen een gecentraliseerd aandeelhoudersmodel wordt ook verder toegelicht.  

Ten slotte vragen de richtlijnen om duidelijkheid over de aandeelhoudersrol van de staat en de doelstellingen van het overheidsbeleid van overheidsbedrijven. Regeringen moeten hun verwachtingen ten aanzien van overheidsbedrijven verwoorden in een aandeelhoudersbeleid nota en ervoor zorgen dat deze doelstellingen aansluiten bij bredere nationale doelen. De verwachtingen moeten ook transparant gemaakt worden naar het brede publiek. De staat oefent namelijk het aandeelhouderschap uit om publieke belangen te borgen. 

Samengevat is de update van de OESO-richtlijnen bedoeld om overheden en overheidsbedrijven te helpen navigeren door de complexe en veranderende mondiale omgeving, door een kader te bieden voor beter bestuur, transparantie en prestaties. Deze veranderingen kunnen de algehele efficiëntie en effectiviteit van overheidsbedrijven helpen verbeteren. GUBERNA beveelt aan de richtlijnen in detail door te nemen en brengt graag in herinnering dat zij in maart 2024 haar eigen memorandum ‘9 prioriteiten voor het bestuur van slagkrachtige overheidsbedrijven’ publiceerde. Dit memorandum bouwt verder op de OESO richtlijnen, werkt deze verder uit, en past ze toe op een Belgische context van public governance.